#8 De onsterfelijke blik – over Cria Cuervos-1/6
Piano Etude 9 pianodroom, spreekt over Ana Torrent in de Spaanse film Cria Cuervos van Carlos Saura, uit 1976. Er zijn in je leven een beperkt aantal boeken en films die grote uitwerking op je hebben, zonder dat je direct begrijpt waarom. Zo’n film was Cria Cuervos.Toen ik de film voor het eerst zag –en dat moet zo’n veertig jaar geleden geweest zijn- keek de kleine Ana Torrent recht in m’n ziel. Jaren lang hing in het filmcafé van bioscoop The Movies op de Haarlemmerdijk, in een klein houten lijstje van 15 bij 20 cm, in het hoekje vlak bij de grote doorgang, het ‘coverportret’ van de film: Geraldine Chaplin en Ana Torrent. Elke keer als ik naar The Movies ging met mijn liefje of met andere vriendinnen wees ik naar het pareltje, verzuchtend: mooi hè, die zou ik wel willen hebben, ik denk dat ik het maar ga jatten –maar nee dat doe je natuurlijk niet, want was is er heerlijker dan elke keer het geheimzinnige beeld opnieuw aan te treffen, terwijl je het bijna vergeten was.
Vijfentwintig jaar later, zag ik Cria Cuervos weer terug, in het filmmuseum, – toen nog in het Vondelpark waar het helaas is vertrokken- samen met Elizabeth en Alice, Taly, Wouter en nog enkele andere studenten van grafisch ontwerpen. We bezochten een reeks van films gekozen om ons in het geheim van een bepaalde plaats te verdiepen. Deze film, die zich nagenoeg volledig afspeelt in één en hetzelfde huis leek me uitermate geschikt. Ik liet m’n enthousiasme al van te voren merken en nam maar het risico te belanden in een gedateerde en sentimentele film die in de loop van de jaren in mijn herinnering buitenproportionele vormen had aangenomen maar nu niet meer overeind zou blijven. Maar de film stond nog als een huis, sterker nog, had alleen nog maar aan kracht gewonnen en zich van veranderend tempo en nieuwe wijzen van vertellen niets aangetrokken, voor zover een film een levend wezen is natuurlijk. En een film is een levend wezen in je hoofd, hij krijgt daarin pas waarde en betekenis en met alle leven van dien kan die betekenis af- of toenemen.
Ik vertelde over het icoontje in The Movies. Ik nam me toen voor, sterker nog dan voorheen, te gaan zoeken naar deze fotografische afbeelding die de film samenvat en ik ging verschillende winkeltjes af met filmmateriaal. Tenslotte vond ik in de fantastische filmwinkel Cine qua non in de Staalstraat 14 in Amsterdam – het winkeltje is meestal ’s middags open – in het persoonlijk archief van de eigenaar het prachtige portretje, tot mijn verrassing ditmaal als origineel zwart-wit drukje. De eigenaar was aarzelend, hij wilde het wel verkopen – tenslotte moet er ook brood op de plank– en toch ook weer niet, want hij voelde dat hij in één klap de mooiste foto uit zijn omvangrijke collectie van illusies kwijt zou raken. Na dagenlang aarzelen en heen en weer gaan en ik voorzichtig aftasten en op een gegeven moment erop of eronder doordrukken -de foto zat toch maar in een map en bij mij zou hij weer zichtbaar worden, en hij mocht hem altijd komen bekijken bij een glaasje wijn-, mocht ik het kleinood verwerven voor enkele tientjes.
Het lijkt misschien een triviaal verhaaltje, maar op de een of andere geheimzinnige wijze kwam iets rond na vijfentwintig jaar. De kleurenfoto in het café van the Movies is na de verbouwing verdwenen en ik kreeg er de echo voor terug: eigenlijk zoals dit beeld zich in mijn herinnering genesteld had, in zwart-wit, helemaal teruggebracht tot de essentie, eerder droom dan dag. Wonderbaarlijk was het bij nadere bestudering te bemerken dat de twee versies, de kleuren en de zwart-witte ook een fractie verschillen, er zijn kennelijk verschillende opnames gebruikt. Het zwart-witte is nog sterker, nog abstracter, nog meer in zichzelf gekeerd en verstild. Nu maakt het beeld deel uit van mijn dagelijkse visuele universum dat ik om me heen gecreëerd heb om een houvast te hebben in de chaos van de wereld.
Maar nu terug naar de film, dat wil zeggen in mijn volgende aflevering.
foto’s: Teodoro Escamilla, 1976